Koninklijk materieel
Rijtuig | Machinewagen D6 | Salonrijtuig Sr7 | Salonrijtuig Sr8 | Salonrijtuig Sr9 |
Ontstaan uit | DR Dü 105.290 | WL 2748 | AB 7522 | AB 7546 |
Lengte | 19.660 mm | 22.845 mm | 21.800 mm | 21.800 mm |
Radstand | 3.600 mm | 2.500 mm | 3.000 mm | 3.000 mm |
Gewicht | 54 ton | 54 ton | 56 ton | 56 ton |
Fabrikaat | Görlitz | Lorrainne | Werkspoor | Werkspoor |
Bouwjaar | 1929 | 1926 | 1932 | 1933 |
Na het einde van de oorlog kwam er in 1948 weer een koninklijke trein, bestaande uit het salonrijtuig 7 en de machinewagen 6. De vorige
Koninklijke trein uit 1903, die bestond uit de salonrijtuigen 1-5 was tijdens de Tweede Wereldoorlog beschadigd en leeggeroofd teruggekomen.
In 1953 en 1956 werden de salonrijtuigen Sr8 en Sr9 nog aan de koninklijke trein toegevoegd.
Machinewagen D6
Machinewagen D6 werd in 1948 door Beynes verbouwd uit bagagewagen 105.290 van de Deutsche Reichsbahn. Deze wagen behoorde tot rijtuigen type
Görlitz van de DRB uit de jaren dertig. De D6 vormde samen met rijtuig Sr7 de persoonlijke trein van de Duitse generaal Christiansen, die na
de Tweede Wereldoorlog in Nederland was achtergebleven.
Na de verbouwing tot D6 bevatte de machineruimte een dieselmotor met generator voor de energievoorziening en een oliegestookte stoomketel voor
de centrale verwarming. Verder waren hierin een douche, een wc en een linnenkast ondergebracht. Bij indienstelling als D6 had de wagen een
groene kleur. Pas in mei 1957 werd de wagen berlijnsblauw geschilderd.
In 1967 verdween de D6 uit de koninklijke trein. De wagen werd verbouwd tot meetrijtuig voor de Dienst van
Weg en Werken. De D6 werd daarbij vernummerd in: 21 84 9 781 000-0.
Klik hier voor meer informatie over de techniek van dit rijtuig.

Machinewagen D6 vormde samen met Sr7 de koninklijke trein na de Tweede Wereldoorlog. Utrecht, mei 1951.
Foto: W.A.C. Wendelaar, verzameling M. Haman
Salonrijtuig Sr7
De 7 werd het salonrijtuig voor de Koningin, bij Allan te Rotterdam verbouwd uit het Wagons-Litsrijtuig 2748. Dit stalen rijtuig behoorde tot
de in 1926 bij de Société Lorraine des anciens Etablissements de Dietrich et Compagnie de Lunéville te Lunéville gebouwde serie 2743-2748. Zij
waren bestemd voor de dienst in de 'Süd-express'. In 1947 werd de 2748 door de Staat der Nederlanden overgenomen van de Wagon Lits om te worden
verbouwd tot salonrijtuig voor H. M. Koningin Juliana. Bij de indienstelling had het rijtuig een groen kleur.
De Sr7 vormde samen met de D6 de persoonlijke trein van de Duitse generaal Christiansen, die na de Tweede Wereldoorlog in Nederland was
achtergebleven. Dit is indertijd door de NS verzwegen voor Koningin Wilhelmina, omdat die pertinent geweigerd zou hebben die 'foute' trein te
gebruiken als ze dat zou hebben geweten.
Bij de verbouwing tot Sr7 werd de indeling van dit rijtuig geheel gewijzigd. Radiatoren en buizen waardoor warm water stroomt verwarmen de
verschillende afdelingen en compartimenten. De verwarming van het water gebeurde door stoom. Deze werd geleverd door de stoomlocomotief, door
een vaste stations-stoomaansluiting of door de stoomketel geplaatst in de machinewagen D6. De 7 werd in 1959 te Zutphen gesloopt.
Salonrijtuig Sr8
In 1953 werd het rijtuig Sr8 toegevoegd, dat werd ingericht met een werkkamer voor Prins Bernhard, twee slaapkamers en twee badkamers voor de
prinsessen, een ruimte voor de verzorgsters van de prinsessen en een begeleidersvertrek. Het werd door Beijnes verbouwd uit het stalen
D-treinrijtuig AB 7531 (ex-AB 7522) uit 1932. In december 1953 werd het rijtuig in groene kleur in dienst gesteld.
Samen met de D6 werd het rijtuig in mei 1957 berlijnsblauw geschilderd.
In 1968 kreeg dit rijtuig het computermummer 61 84 89-40 002-7. In 1993 is het rijtuig buiten dienst gegaan. Dat zelfde jaar is het rijtuig
naar het Nederlands Spoorwegmuseum gebracht. Daar is het rijtuig met het nummer 61 84 89-30 002-9 te zien.

Ook het salonrijtuig Sr8 (61 84 89-30 002-9, ex-AB 7522) is te zien in het Nederlands Spoorwegmuseum; 1 april 2003.

Op 26 mei 1992 is rijtuig Sr9 op pad in verband met het bezoek van de Poolse president Walensa. Op de foto heeft de trein, die op weg is naar
Amsterdam, bijna de brug over het Amsterdam-Rijnkanaal in Utrecht bereikt.
Foto: ©Rolandrail
Salonrijtuig Sr9
Ook de Sr9 werd verbouwd uit een stalen D-treinrijtuig, de AB 7544 (ex-AB 7546). De Sr9 werd in 1956 bij de firma
Allan te Rotterdam ingericht tot salonrijtuig voor de Koningin omdat de Sr7 toch binnenkort buiten dienst zou worden gesteld. Daarom kreeg de Sr9
een ontvangkamer, een zit/slaapkamer, een badkamer, 2 slaapkamers voor de hofdames, een keuken en een compartiment voor de begeleider. Bij de
indienstelling in augustus 1956 had het rijtuig al de huidige berlijnsblauwe kleur.
Bij de nieuwe nummering in 1968 kreeg het rijtuig het computermummer 61 84 89-40 001-9. In 1993 is het rijtuig buiten dienst gegaan. Dat zelfde
jaar is het rijtuig naar het Nederlands Spoorwegmuseum gebracht, waar het rijtuig inmiddels onder het nummer 61 84 89-30 001-1 te zien is.

Rijtuig NS 61 84 89-30 001-1 (salonrijtuig Sr9, ex-AB 7546) van de oude koninklijke trein in het Nederlands Spoorwegmuseum; 1 april 2003.
Begeleidingsrijtuig
In 1984 werd rijtuig AB7376 (plan K) toegevoegd aan de koninklijke trein als begeleidingsrijtuig. Het rijtuig diende voor
het vervoer van hofdignitarissen en leden van de regering tijdens staatsbezoeken van de koningin.
Het rijtuig is in 1990 buiten dienst gesteld en verkocht aan het Nederlands Spoorwegmuseum.

Het begeleidingsrijtuig plan K, de 50 84 38-37 082-9, in het Nederlands Spoorwegmuseum; 1 april 2003.
Zie ook de pagina het gebruik van de D6, Sr7, Sr8 en Sr9 in de koninklijke trein.
Bronvermelding:
voor een overzicht van gebruikte bronnen zie de pagina boeken en artikelen
Naar pagina 2 ...
|