Internationale rijtuigenStalen rijtuigen voor het internationaal verkeer kent de NS al sinds de jaren '20 in de vorm van de ovaleramenrijtuigen en de bolkoprijtuigen. Deze
rijtuigen hebben later ook in de binnenlandse treindiensten gereden. Slaaprijtuig type Uf
*) Van een gewicht van 53 ton was sprake tijdens de buitendienststelling in Culoz (F). Voor deze serie rijtuigen was een gewicht van 51 ton
gebruikelijk. Het rijtuig bezit elf coupés met drie zitplaatsen die omgebouwd kunnen worden tot twee slaapplaatsen. Tien coupés kunnen per twee worden samengevoegd door de aanwezigheid van tussendeuren. De beide balkons zij met een draaideur afgesloten van de zijgang. Aan ieder zijde van het rijtuig is een toilet aanwezig dat niet van het balkon, maar vanuit de zijgang toegankelijk is. De draaistellen zijn van het type zwanenhals.
Het rijtuig werd in 1955 verbouwd tot type Um (U=Universeel, m=métallique), met behoud van de bestaande bedden van het “matrassysteem”.
Vermoedelijk in 1963 is het rijtuig vervolgens verbouwd tot het type Uf (U=Universeel, f=formica). Deze verandering was in feite een echte
wederopbouw, waarbij de de metalen binneninrichting van het rijtuig bedekt werd met formica. De coupés krijgen een indeling die gebruikt kan
worden voor één (Single), twee (Double) of drie (T3) personen. Door deze wijging neemt het aantal zit- en slaapplaatsen toe tot 33. Deze
indeling maakt een flexibele inzet mogelijk en wordt door de Wagons-Lits "Universeel" genoemd. Bij de verbouwing worden de draaistellen vervangen
door die van het type Minden Deutz.
In de periode van 1959 tot 1963 was het rijtuig in Denemarken gestationeerd. Na de verbouwing tot Uf is het rijtuig vanaf 1971 ingezet met het
NS-nummer 71 84 71-40 658-4 in de internationale treinen, waaronder Autotrein 1353 naar Narbonne tijdens. Uiterlijk in 1977, maar vermoedelijk al
in 1975, is het rijtuig uit het materieelpark van NS verdwenen en weer teruggegaan naar Wagons-Lits. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Met dank aan Otto Dijkstra en Lothar Behlau voor de informatie over dit rijtuig. Slaaprijtuigen type STU
Slaaprijtuig 2896 maakt oorspronkelijk deel uit van de serie slaaprijtuigen 2892-2901 van het type S2 (s=steel). Deze serie rijtuigen is in 1926 gebouwd door Ringhoffer (Ringhofferovy Zavody et SP. Smichow) in Tsjechoslowakije. De rijtuigen hebben oorspronkelijk een zijgang en twaalf coupés met in totaal 16 zit-/slaapplaatsen. Op het moment dat het rijtuig bij NS dienst doet is het verbouwd tot het type STU (S=steel, T=transformé en U=Universal). Daarbij behoud het rijtuig de hoofdindeling van 12 coupés en een zijgang, maar het aantal zit-/slaapplaatsen neemt toe tot 28. Acht coupés zijn bestemd voor twee personen, de overige vier coupés voor drie personen. Deze coupés voor drie personen bevinden zich in het midden van het rijtuig. Alle coupés hebben een wasgelegenheid. Twee naast elkaar gelegen éénpersoons coupés kunnen samengevoegd worden tot één ruimte. In de zijgang is een stoel voor de wagenbegeleider bij de ruimte verwarmingsketel. Aan beide zijden van het rijtuig is een balkon aanwezig. Het rijtuig heeft twee toileten, één aan iedere zijde. De draaistellen zijn van het type zwanenhals.
Rijtuig 2947 maakt oorspronkelijk deel uit van de serie slaaprijtuigen met de nummers 2943-2967. Deze stalen rijtuigen zijn in 1926 gebouwd door de Duitse Waggonfabrik Gebrüder Credé in Niederzwehren (nabij Kassel) en zijn van origine van het type S1. Het rijtuig bezit een zijgang waaraan zich twaalf coupés met 16 zit-/slaapplaatsen bevinden. Ook dit rijtuig is voor de komst naar de NS verbouwd tot het type STU. Doordat de indeling van het type S1 anders is dan van het type S2, onstaan twee (sub)typen. De 2947 heeft na de verbouwing tot het type STU acht coupés voor twee persoon en vier coupés voor drie personen. Ook hier hebben alle coupés een eigen wasgelegenheid en kunnen twee naast elkaar gelegen éénpersoonscoupés worden samengevoegd tot één grote ruimte. Het verschil met het andere (sub)type STU is de wijze waarop de banken in de coupés zijn geplaatst. Aan beide uiteinden van van het rijtuig bevinden zich een balkon en een toilet. Eén toilet bevat tevens een wasgelegenheid. Aan het einde van de gang is een stoel voor de wagenbegeleider. De stoel bevindt zich tegen de ruimte waar de ketel voor de warmwatervoorziening zit. De draaistellen zijn van het type zwanenhals.
De beide slaaprijtuigen hebben van 1971 tot 1972 onder de computernummers 71 84 72-40 151-9 (2896) en 71 84 72-40 152-7 (2947) bij de NS dienst gedaan. Na afloop van de inzet bij NS zijn de rijtuigen teruggekeerd naar Wagons-Lits. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Slaaprijtuigen type YU
In afwachting van de komst van de slaaprijtuigen type T2S hebben twee slaaprijtuigen type YU van Wagons-Lits dienst gedaan bij de NS. De twee rijtuigen maken deel uit van de serie 3903-3931, die in 1949 gebouwd is door Nivelles in België. De rijtuigen zijn gebouwd als type YTb (Type Y Toerisme voiture bois), maar zijn later gewijzigd in het type YU (Type Y Universel).
De rijtuigen hebben twee balkons, een zijgang met 11 coupes. Vier coupés bieden plaats aan drie personen en zeven coupés zijn voor twee personen bestemd. De totale capaciteit is daarmee 26 zit-/slaapplaatsen. Elke coupé heeft een wasgelegenheid en twee naastgelegen coupes kunnen worden samengevoegd tot een grotere ruimte. Aan een einden van het rijtuig is een toilet aanwezig, aan de andere zijde een toilet en een klein kantoortje zich bevinden. Aan dit einde van de zijgang tegenover het kantoortje is een stoel voor de dienstdoende wagenbegeleid(st)er aanwezig. Tijdens de nachtelijke ritten kan deze daar plaatsnemen en zo de toegangsdeuren van de slaapcompartimenten overzien. De beide slaaprijtuigen vervingen de slaaprijtuigen type STU en kregen de computernummers 71 84 71-40 281-5 (3907) en 71 84 71-40 282-3 (3909). Nadat de twee slaaprijtuigen type T2S in 1975 beschikbaar kwamen, verdwenen de beide rijtuigen weer verdwenen uit het materieelpark van de NS. Rijtuig 3907 ging naar de Venice Simplon-Orient-Express (VSOE) en rijtuig 3909 deed daarna dienst bij Intraflug. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Restauratierijtuigen CIWL
De eerste twee rijtuigen die in 1970 bij NS in huur kwamen waren de restauratierijtuigen WR 4259 en WR 4264. Een tekort aan WRD-rijtuigen plan D was voor de NS aanleiding tot deze huur over te gaan. De beide rijtuigen behoren tot de serie 4255-4264 die in 1950 door Simmering te Wenen is gebouwd. Deze serie is de eerste nieuw gebouwde rijtuigen voor Wagons-Lits na de Tweede Wereldoorlog. De rijtuigen hadden 46 zitplaatsen die door een klapdeur in twee ruimten was verdeeld. Aan één zijde hadden de rijtuigen een keuken en aan de andere zijde een opslagruimte voor onder andere dranken.
De twee rijtuigen werden bij Wagons-Lits te Oostende ingericht voor NS-dienst. Naast een verbouwing van het interieur werden de draaistellen type Görlitz vervangen door zwanenhalsdraaistellen. De rijtuigen werden blauw geverf met twee gele biezen en restauratie-pictogrammen tussen de ramen. De beide rijtuigen kregen bij NS de computernummers 51 84 88-50 001-9 (4259) en 51 84 88-50 002-7 (4264).
In de zomer van 1970 hebben de beide rijtuigen enige maanden in de treinen 135/136 Amsterdam CS-Bazel SBB via Luxemburg gereden. Beide rijtuigen hebben sinds het najaar 1970 een tijd aan de Dijksgracht gestaan. In 1973 werd de NS-huur beëindigd waarna de 51 84 88-50 001-9 te Zwolle als magazijnwagen van Wagons-Lits in gebruik kwam. Tot april 1979 heeft dit restauratie rijtuig in zeer verwaarloosde toestand en op een afgesloten spoor te Zwolle gestaan. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen.
Deze twee rijtuigen behoren tot de serie restauratierijtuigen 2749-2773 die in 1926 zijn gebouwd door het Italiaanse Reggio Emilia. De rijtuigen hebben 56 zitplaatsen en aan beide zijden van het rijtuig een balkon. De rijtuigen behielden hun blauwe kleuren met gele sierstrepen en kregen bij NS kregen de computernummers 51 84 88-50 003-5 (2750) en 51 84 88-50 004-3 (2752).
De rijtuigen zijn in de periode 1978/79 ingezet in de Intercity-Plus treinen tussen Maastricht-Amsterdam en Heerlen-Den Haag CS. De Intercity-Plus was een proef om te onderzoeken of NS een groter aandeel kon verwerven in het zakelijk verkeer op lange afstand. De trein bestond naast het restauratierijtuig uit Franse Corail-rijtuigen: twee rijtuigen tweede klas en twee rijtuigen eerste klas, gescheiden door het restauratierijtuig. De restauratierijtuigen waren voorzien van stickers op de zijwanden met daarop de tekst Intercity-plus.
Op 2 oktober 1978 start de inzet van de beide restauratierijtuigen. Bijzonder is dat een mobilofoon aanwezig is waarmee reizigers via de hostess van Wagons Lits korte boodschappen kunnen doorgeven. Aan een zijde is biven de Op een kopzijde is hiervoor boven de vouwbalg een antenne van de zender aangebracht. Per 1 oktober 1979 verdwijnt het restauratierijtuiig weer uit de Intercity-Plus-treinen. Ter vervanging krijgen de treinen een uitgebreide minibar service.
Nadat de beide restauratierijtuigen uit de Intercity-plus verdwenen zijn hebben ze nog dienst gedaan in de D230 tussen Hoek van Holland en
Hannover. In 1981 zijn de beide rijtuigen weer uit het materieelpark van NS verdwenen. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen.
Deze eenling behoort tot de serie restauratierijtuigen 2968-2982 die in 1927 zijn gebouwd door Reggio Emilia. Het rijtuig heeft 56 zitplaatsen in twee ruimten die door een klapdeur van elkaar gescheiden zijn. Aan één zijde heeft het rijtuig een keuken en aan de andere zijde een opslagruimte. Aan beide zijden heeft het rijtuig een balkon. Deze indeling kan als standaardindeling beschouwd worden voor de rijtuigen van Wagons-Lits die eind jaren '20 zijn gebouwd.
Het rijtuig kreeg bij NS het computernummer 51 84 88-50 005-0 en heeft in de Wagons-Lits uitvoering (blauw met gele biezen) gereden. In 1977 of 1978 is het rijtuig weer terug gegaan naar wagons-Lits. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen.
De restauratierijtuigen serie 4201-4218 zijn in 1940 door Nivelles in België gebouwd. Zes restauratierijtuigen uit deze serie hebben met een NS-nummers gereden: 51 84 88-50 006-8 (4202), 51 84 88-50 007-6 (4203), 51 84 88-50 008-4 (4211), 51 84 88-50 011-8 (4212), 51 84 88-50 012-6 (4213) en 51 84 88-50 013-4 (4215). Deze rijtuigen hebben 46 zitplaatsen in drie ruimten die door een glazen wand zonder deur van elkaar gescheiden zijn. Aan één zijde heeft het rijtuig een keuken en aan de andere zijde een opslagruimte. Aan beide zijden heeft het rijtuig een balkon. Evenals bij andere typen restauratierijtuigen zijn aan de kopzijde van het rijtuig een soort van 'uitstulpingen' aanwezig, waarin voorraad opgeslagen kon worden. Aan de zijde van de keuken waren dit de kolen voor het fornuis. De rijtuigen hebben aan beide uiteinden een balkon.
Deze rijtuigen hebben dienst gedaan in trein Hoek van Holland - Hannover "Scandex" en diverse autoslaaptreinen alsmede reisbureautreinen. Restauratierijtuig 4202 heeft meegereden in door stoomlokomotief NS 3737 getrokken treinen over de Betuwelijn. Deze door de NVBS georganseerde ritten vonden plaats in mei 1974. In 1977 of 1978 zijn de rijtuigen weer terug gegaan naar wagons-Lits. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen.
De restauratierijtuigen 4242, 4245, 4246 en 4247 behoren tot de serie 4242-4249 die in 1943 gebouwd is door het Roemeense Astra. Wat uiterlijk en inrichting betreft zijn deze rijtuigen vrijwel identiek aan de die van de serie 4201-4218 (zie hierboven). Slechts de inrichting van de serie 4242-4249 is iets soberder vanwege de oorlogstijd waarin zij gebouwd werden.
Bij NS kregen de rijtuigen de computernummers 51 84 88-50 014-2 (4242), 51 84 88-50 015-9 (4245), 51 84 88-50 016-7 (4246) en 51 84 88-50
017-5 (4247).
Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Slaaprijtuigen type MU
In 1971 en 1973 kwamen deze slaaprijtuig bij NS in dienst. De rijtuigen 72-80 619 t/m 621 behoren tot de serie 4796-4805 die in 1966 door Donauworth is gebouwd. De 72-80 622 behoort tot de serie 4821-4840 die door Fiat in 1970 is gebouwd. Deze slaaprijtuigen hebben een zijgang en 12 compartimenten voor elk drie reizigers. De drie zitplaatsen kunnen worden omgebouwd tot drie slaapplaatsen. Verder beschikt ieder rijtuig over twee toiletten, een pantry voor de begeleid(st)er en een kast voor het opbergen van beddengoed. Slechts aan één zijde van het rijtuig is een balkon aanwezig. De rijtuigen hebben geforceerde ventilatie, terwijl de 622 is voorzien van airconditioning. Een boiler zorgt voor warm water.
De rijtuigen waren bij indienststelling blauw van kleur met gele biezen en het logo van de CIWL op de beide zijkanten. Rijtuig 72-80 622, eigendom van de NS, week hiervan af. Dit rijtuig had geen logo op de zijwanden en geen teksten onder de dakrand. Later zijn de rijtuigen geheel blauw geschilderd met een witte band onder de ramen met daarin de tekst "Voiture lits Vettura letti Schlafwagen Sleeping car". De deuren zijn zilvergrijs van kleur.
In 1998 vind een vernummering plaats na afname van de mogelijkheid tot stoomverwarming. In 1995 vind werderom een vernummering plaats, ditmaal vanwege de beëindiging van de TEN-pool voor slaaprijtuigen. In december 1996 heeft rijtuig 72-80 622 een nieuwe beschildering gekregen waarbij het rijtuig zijn blauwe kleur heeft behouden, maar voorzien is van een gele streep onder de ramen en afbeeldingen van sterren. De slaaprijtuigen werden gebruikt in de vakantietreinen en internationale treinen, waaronder de EN214/215 "Donauwalzer" Amsterdam - München. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Zie ook de pagina slaaprijtuig type MU, MUs of Mun?. Slaaprijtuigen type T2S
In 1975 stelde de NS twee slaaprijtuigen van het type T2S in dienst. Naast de NS hebben nog diverse andere Europese spoorwegmaatschappijen dit type rijtuig aangeschaft. In totaal zijn 63 rijtuigen gebouwd voor de NS, DB, DSB, FS, SBB en ÖBB. Bij het ontwerp van dit wagentype is veel aandacht besteed aan de geluidsisolatie. Ondermeer kreeg het zwevende wanden en een zwevende vloer, dit ter verhoging van het slaapcomfort.
Het rijtuig beschikt over een zijgang met 17 compartimenten met ieder twee zitplaatsen en twee bedden. Ieder compartiment heeft zijn eigen temperatuurregeling en wasgelegenheid. Twee naast elkaar gelegen compartimenten kunnen door het openklappen van een tussendeur vergroot worden tot één vierpersoonsafdeling. Aan de zijde zonder balkon bevinden zich twee toiletten en een ruimte voor de slaapwagenbegeleid(st)er. De zijwanden van deze rijtuigen verschillen sterk van elkaar. Aan de zijgangzijde beschikt het rijtuig over acht grote en één klein venster. De andere zijwand kent maar liefst negentien kleine ramen. Voor ieder slaapcompartiment één en twee voor de toiletten. De beide slaaprijtuigen kwamen met de nummers 71 84 75-70 458-8 en 459-6 in dienst bij NS. Bij het beëidigen van de TEN-pool heeft nog een vernummering plaatsgevonden.
De slaaprijtuigen reden in de TEN-pool (Trans Euro Night) en konden onder andere aangetroffen worden in de autoslaaptreinen en de nachttreinen van Amsterdam naar Oostenrijk en Zwitserland. Beide rijtuigen zijn door de NS in 2002 verkocht aan Rollende Landstraße Oostenrijk. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Buffetrijtuigen serie 51 84 88-40 001-3 t/m 007-0
In 1978 nam de NS van de DB zeven ligrijtuigen over uit 1953 die werden verbouwd tot buffetrijtuig. Deze rijtuigen werden ingezet in
internationale treinen zoals de Bergland Expres, de Mediterraneo en de Hotelplan Expres. Ook voor de wintersport- en de autoslaaptreinen werden de
rijtuigen gebruikt. Restauratierijtuigen serie 51 84 88-40 011-5 t/m 014-9
In 1982 kocht de NS op een faillissementsverkoping de vier restauratierijtuigen van de Duitse "Apfelpfeil"-reisorganisatie. Evenals de
buffetrijtuigen serie 51 84 88-40 001-3 t/m 007-0 werden deze rijtuigen werden ingezet in internationale treinen zoals de Bergland Expres, de
Mediterraneo en de Hotelplan Expres. Ook voor de wintersport- en de autoslaaptreinen werden de rijtuigen gebruikt. Restauratierijtuigen type WR
Ter vervanging van de in 1981 in dienst gestelde restauratierijtuigen (ex-"Apfelpfeil") kocht NS in 1988 vier couchetterijtuigen van het type Bcm243 van de DB. Na de aankoop door NS is het interieur volledig verwijderd in de DB-werkplaats Krefeld. Het casco is daarna gereviseerd. Vervolgens zijn de rijtuigen overgebracht naar de werkplaats van Wagons-Lits in Oostende om verbouwd te worden tot restauratiewagen. In de eetzaal van het rijtuig is plaats voor 42 gasten, verdeeld over 5 tafels voor twee personen, 5 tafels voor 4 personen en twee tafels voor zes personen. De rijtuigen beschikken verder over een klein kantoor, een volledig ingerichte keuken, een trolleybergplaats, een wijnkast, een kleedruimte en een dieselaggregaat voor opwekking van de benodigde eigen energie. De rijtuigen zijn blauwe geschilderd met in geel het opschrift "Voiture Restaurant" en hebben allen de naam gekregen van een muziekterm. Rijtuig 015 "Adagio", rijtuig 016 "Andante", rijtuig 017 "Allegro" en rijtuig 018 "Allegretto". Later is nog een gele bies op de zijwanden aangebracht. De rijtuigen worden ingezet in de autoslaaptreinen en extra treinen die met een restauratierijtuig zijn verhuurd.
Na het eind 2002 beëindigen van de exploitatie van getrokken internationale treinen door NS Internationaal werden twee restauratierijtuigen gebruikt als bijdrage van NS Internationaal in de exploitatie van de City Night Line-nachttrein Amsterdam - München/Zürich. De rijtuigen 61 84 88-70 016-1 en 61 84 88-70 018-7 werden daartoe naar Berlijn gebracht om aangepast en geschilderd te worden. Daarbij kregen de rijtuigen een afwijkende kleur blauw op de zijwanden en het dak en werden de zijwanden voorzien van de tekst "City Night Line".
De rijtuigen 61 84-88-70 015-3, 016 en 018-7 zijn in 2004 door NS aan EETC verkocht. Dat zelfde jaar ruilt EETC rijtuig 61 84 88-70 015-3 in voor de 61 84 88-70 017-9. EETC had bij aankoop van rijtuig 015 deze ruil bedongen. Rijtuig 88-70 017 had namelijk een gereviseerde airco, maar was op dat moment door NS Internationaal gereserveerd geweest voor The Train Company (TTC). Rijtuig 61 84 88-70 015-3 is uiteindelijk in 2005 aan Herik Rail verkocht. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Slaaprijtuigen type WLAB30
Deze rijtuigen behoren tot een serie van oorspronkelijk tachtig slaaprijtuigen eerste klasse type P (naar de ontwerper Pillepich). Met 20 (kleine) compartimenten boden zij slaapplaats aan maximaal twintig reizigers en hun typeaanduiding was dan ook WLA20. Om de rijtuigen aan te passen aan de eisen van de tijd en geschikt te maken voor de tweede klas-reizigers vond begin jaren ’90 een uitgebreide renovatie plaats. Zeventien rijtuigen werden door de werkplaats van Wagons-Lits in Oostende ingrijpend gewijzigd en gemoderniseerd. Bij deze renovatie werd de indeling gewijzigd in 10 compartimenten met drie slaapplaatsen. Door de verhoging van het aantal compartimenten moest de betreffende zijwand geheel vernieuwd worden. De typeaanduiding wijzigde daarbij in WLAB30. Het verschil in klasse wordt bepaald door het aantal reizigers dat een compartiment deelt: één of twee in de eerste klasse en drie in de tweede klasse. De rijtuigen hebben slechts aan één zijde een balkon toegangsdeuren. Aan de andere zijde zijn twee toiletten aanwezig. Bij de verbouwing zijn de rijtuigen tevens geschikt gemaakt voor een maximumsnelheid van 160 km/h.
Bij de verbouwing werd ook de kleurstelling aangepast. De van oorsprong Inox-rijtuigen (inoxidable=roestvrijstaal) kregen daarbij rond de ramen de blauwe TEN-beschildering. Tussen dak en zijwand is een gele streep aangebracht. Onder de raampartij zijn het NS-vignet en het opschrift "Trans Euro Night" aangebracht op een blauwe achtergrond. Dit laatste opschrift is overigens in 1995, na het beëindigen van de TEN-pool, van de zijwanden verwijderd. In 1992 werden vijf slaaprijtuigen type WLAB30 door de NS van Wagons-Lits gehuurd en geïmmatriculeerd bij NS. De inzet vond hoofdzakelijk
plaats in de nachttreinen van Amsterdam naar Oostenrijk en Zwitserland en in de autoslaaptreinen die vanuit 's-Hertogenbosch vertrokken. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Bar-/buffetrijtuigen type WR
De bar-/buffetrijtuigen van dit type zijn aangekocht ter vervanging van de oudere buffetrijtuigen die in 1978 waren aangeschaft. Het betreft van oorsprong in 1970 voor de SNCF gebouwde Gril-express-rijtuigen. Na aankomst in Nederland in 1993 zijn de rijtuigen in de hulpwerkplaats Roosendaal van asbest ontdaan. Daarna zijn de rijtuigen in de Hoofdwerkplaats Tilburg verbouwd. De rijtuigen kregen daarbij een nieuw interieur met een bar en enkele sta-tafels. De inrichting is zodanig dat het rijtuig ook te gebruiken is als restauratierijtuig, waarbij deze tafels dan vervangen worden door eettafels en stoelen. Ten behoeve van de restauratiefunctie is de keuken niet alleen voorzien van tosti-apparaten en magnetron, maar ook van hete-luchtovens, kook- en grilplaten, boiler en vaatwasser. Ook beschikken de rijtuigen over een voorraadkamer, een koelcel en een dieselaggregaat voor opwekking van de benodigde eigen energie. De rijtuigen zijn in de donkerblauwe kleur geschilderd en zijn voorzien van het opschrift "Buffetrijtuig", later nog voorzien van een gele bies.
De inzet vindt hoofdzakelijk plaats in de wintersport- en autoslaaptreinen. Regelmatig zijn de forfaitaire treinen voorzien van twee van deze
rijtuigen waarbij er één dienst doet als buffetrijtuig en het andere ingericht is als restauratie. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Chouchetterijtuigen type Bcm
Door het opheffen van de DB/NS ligrijtuigenpool eind 1993 kreeg de NS de beschikking over een twintigtal couchetterijtuigen die voorheen eigendom van de DB waren. De rijtuigen hebben een zijgang en 10 coupés met zes zit-/ligplaatsen. Ieder rijtuig heeft twee toiletten, vier wasruimte en een compartiment voor de reis begeleider. Na overname door NS werd het DB-logo verwijderd, het NS-logo en een NS-nummer aangebracht. De eerste maanden hebben de meeste van deze rijtuigen hun Duitse uiterlijk behouden. Pas in het najaar van 1994 werd rijtuig 51 84 50-30 013-3 als eerste gereviseerd exemplaar door het Onderhoudsbedrijf Haarlem afgeleverd. Bij deze revisie worden de zitplaatsen van nieuwe bekleding voorzien, en krijgt het rijtuig een nieuwe beschildering. De zijwanden worden uitgevoerd in blauw met een dunne gele band onder de ramen, het opschrift "Couchette" en het NS-logo. Het reviseren van de draaistellen is uitbesteed aan de DB-werkplaats in Krefeld. Daar worden de draaistellen bovendien geschikt gemaakt voor 160 km/h door het vervangen van de blokkenrem door schijfrem. De couchetterijtuig zijn aan te treffen in het forfaitair vervoer en internationale treinen van en naar Amsterdam. Bij een ontsporing in 2000 te Brühl (Duitsland) was rijtuig 51 84 50-70 003-5 dusdanig zwaar beschadigd dat het total loss werd verklaard en ter plaatse gesloopt. De DB heeft leverde ter vanging van het verongelukte rijtuig het couchetterijtuig 51 80 50-30 062-4 aan de NS. Ausbesserungswerk Neumünster knapte het rijtuig op en bracht de NS-beschildering aan. Bij NS werd het rijtuig vernummerd in 51 84 50-70 021-7.
Na het beëindigen van de getrokken treinen door NS Internationaal zijn de rijtuigen in de periode 2002-2004 verkocht aan ÖBB/Rail Cargo Austria en EETC. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Couchetterijtuigen type Bcvmh
Eind 1993 werd de rijtuigpool van de NS en DB voor zit- en ligrijtuigen (couchetterijtuigen) beëindigd. Aangezien NS geen garantie van DB kon krijgen voor het ter beschikking stellen van voldoende ligrijtuigen voor het forfaitaire vervoer diende naar een andere mogelijkheid gekeken te worden om een dreigende tekort aan ligrijtuigen af te wenden. De oplossing werd gevonden in de aankoop van 29 couchetterijtuigen van de Duitse reisorganisatie "Touristik Union International" (TUI). Aanschaf en renovatie van deze rijtuigen was goedkoper dan het laten bouwen van nieuwe rijtuigen.
De rijtuigen hebben 10 coupés met vijf zit- en vier ligplaatsen en één halve coupé met drie zitplaatsen en twee bedden. Voor de eventuele vijfde persoon in ieder compartiment, en voor de derde reiziger in het halve compartiment, kan een slaapplaats boven het gangpad gecreëerd worden. In ieder ieder compartiment is bovendien een kinderzitje aanwezig. Het rijtuig heeft twee toiletten, één wasruimte en een compartiment voor de reisbegeleider. Een tiental rijtuigen is door de aanwezigheid van een railrem toegelaten voor een maximumsnelheid van 200 km/u. De resterende negentien rijtuigen mogen maximaal 160km/u rijden.
De rijtuigen zijn bij NS in gebruik genomen in de originele TUI-uitvoering; beige buitenwanden met karmijnrode en oranje banen en een bruine onderzijde. De afkorting "TUI" werd van de zijwanden verwijderd en vervangen door een NS-nummer en het NS-vignet in zwarte uitvoering. Na enige tijd worden de rijtuigen donkerblauw geschilderd, nog voordat zij een interieurrevisie ondergaan. De rijtuigen krijgen de donkerblauwe Wagons-Lits kleur, een gele bies en het opschrift "Couchette". Na de overname door NS is een begin gemaakt met revisie van de rijtuigen. Het Revisiebedrijf Tilburg is hierbij hoofdaannemer en besteedt een gedeelte van het werk uit aan de werkplaats in Haarlem. De stoelen worden voorzien van nieuwe bekleding en het interieur krijgt een fris uiterlijk.
Inzet van de rijtuigen vindt plaats in de Alpen Expressen en diverse internationale treinen van en naar Amsterdam. Vanaf eind 2002 hebben zes rijtuigen dienst gedaan in CityNightLine-treinen. Het betreft de 50-90 103, 104, 106, 107, 109 en 110. Deze rijtuigen zijn geheel donkerblauw geschilderd, inclusief het dak. Als enige onderbreking dient in het geel het opschrift City Night Line. Na het beëindigen van de getrokken treinen door NS Internationaal zijn de rijtuigen in 2003 en 2004 verkocht aan EETC. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Slaaprijtuigen type MU
Na de beëindiging van de Trans Euro Night-pool (TEN) in 1995 werden de rijtuigen hiervan bij de diverse deelnemende spoorwegmaatschappijen ondergebracht. Dat gebeurde naar evenredigheid van het aantal diensten dat voor een maatschappij wordt uitgevoerd. Twaalf slaaprijtuigen type MU die tot dat moment dienst deden bij de SNCF en Wagons-Lits kwamen hierdoor bij de NS terecht.
De rijtuigen behoren tot de serie 4701-4740 die in 1964 door EIC is gebouwd en de serie 4761-4775 die in 1965 door Fiat is gebouwd. De rijtuigen
hebben een zijgang en 12 coupés voor ieder drie reizigers. Twee naast elkaar gelegen Per twee coupés zijn samen te voegen door het openen
van een tussendeur.
De slaaprijtuigen werden gebruikt in de vakantietreinen. In juli 1996 werd de levering van acht door Wagons-Lits te Oostende tot type MUs verbouwde slaaprijtuigen type M aan de NS voltooid. Door de komst van deze rijtuigen zijn de 12 slaaprijtuigen type MU in 1995 en 1996 weer uit het materieelpark van de NS verdwenen en teruggegaan naar Wagons-Lits. De van de SNCF afkomstige rijtuigen slechts korte tijd (of wellicht in het geheel niet) bij de NS ondergebracht geweest. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Zie ook de pagina slaaprijtuig type MU, MUs of Mun?. Slaaprijtuigen type MUs
Door de werkplaats van Wagons-Lits in Oostende zijn in de periode 1995-1997 twaalf slaaprijtuigen voor de NS gemoderniseerd. Het betrof van oorsprong in 1964 door Fiat gebouwde rijtuigen type M, waarvan het interieur vergaand gemoderniseerd is en die onder andere airconditioning hebben gekregen. De rijtuigen zijn daarmee identiek aan het type MU geworden. Ze bevatten 12 compartimenten voor ieder drie reizigers aan een zijgang. Verder beschikt ieder rijtuig over twee toiletten, een pantry voor de begeleid(st)er en een kast voor het opbergen van beddengoed. Tijdens de ombouw is ook de nieuwe beschildering volgens NS-huisstijl aangebracht. Deze bestaat uit een donkerblauwe kleur, een gele bies en sterren op de zijwand.
Na het beëindigen van de reguliere nachtreinen en vakantietreinen door NS Internationaal zijn de rijtuigen eind 2002 teruggestuurd naar Wagons-Lits in Oostende. De rijtuigen hebben daarna (op de 313 na) lange tijd gereden met hun Nederlandse nummers en outfit. In december 2004 waren de rijtuigen 72-71 311, 313, 321, 324, 328 en 330 te vinden in de Zeehaven van Gent wachtend op de slopershamer. Rijtuig 313 droeg daarbij een NS-nummer en een logo van Wagons-Lits.
Begin 2007 heeft het Spoorwegmuseum slaaprijtuig 61 84 72-71 320-4 (4750) verworven. Het transport naar Nederland vond in augustus 2007 plaats. De bedoeling is het rijtuig van buiten in de oorspronkelijke CIWL kleuren te schilderen en het interieur te restaureren. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Zie ook de pagina slaaprijtuig type MU, MUs of Mun?. Slaaprijtuigen type WLABmh33
Na de beëindiging van de Trans Euro Night-pool (TEN) per 28 mei 1995 werden de slaaprijtuigen uit deze pool bij de diverse deelnemende spoorwegmaatschappijen ondergebracht. Dit gebeurde naar evenredigheid van het aantal diensten dat voor rekening van deze maatschappijen werd uitgevoerd. Hierdoor kreeg NS de beschikking over vijf slaaprijtuigen van het type WLABmh33 die tot dat moment waren ondergebracht bij de Deense Spoorwegen (DSB). De vijf rijtuigen type WLABmh33 maakten deel uit van een serie van 117 rijtuigen die hun loopbaan bij de Deutsche Speisewagen begonnen. Nadat de DSG deze rijtuigen had afgestoten zijn ze eerst door de DB overgenomen die ze op haar beurt weer aan de DSB verkocht. De rijtuigen hebben een zijgang met 11 coupés die afhankelijk van de behoefte voor 1, 2 of 3 personen ingericht kunnen worden. De drie bedden zijn inklapbaar. De tien compartimenten die ruggelings tegen elkaar aangebouwd zijn kunnen, per twee, door middel van een wegschuitbare wand tot één groot compartiment verenigd worden. In ieder compartiment is een kleine wastafel aanwezig met verlichting en een scheerwandcontactdoos. In het rijtuig zijn twee toiletten alsmede een ruimte voor de begeleidende slaapwagenbegeleid(st)er. In deze conducteursruimte zijn onder andere een koelkast en een klein keukenblok ingebouwd waar bijvoorbeeld het te serveren ontbijt bereid kan worden. Aan één einde van de zijgang tegenover de conducteursruimte is een comfortabele zetel voor de dienstdoende wagenbegeleid(st)er aanwezig. Tijdens de nachtelijke ritten kan deze daar plaatsnemen en zo de toegangsdeuren van de slaapcompartimenten overzien.
De slaaprijtuigen hebben een blauwe kleur en een witte band onder de ramen. Na de overname door NS is de TEN-aanduiding verwijderd en vervangen
door het NS logo. In 2019 kwam rijtuig 71-30 819 terug naar Nederland en werd naast de andere rijtuigen van Train Lodge in Amsterdam geplaatst. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Fiets-/bagagerijtuigen type D/DF
In 1997 schaft NS Internationaal 5 postrijtuigen van Deutsche Bundes Post (DBP, DB) aan. Het betreft van oorsprong postrijtuigen type MRZ, die in 1974 en 1975 zijn gebouwd door Linke-Hoffmann-Busch en MBB. De rijtuigen zijn bedoeld om te worden verbouwd tot internationaal fietsenrijtuig. In 2000 worden nog eens 17 postrijtuigenrijtuigen aangeschaft om verbouwd te worden tot vrachtrijtuig voor de OverNight Express. Van deze rijtuigen worden er uiteindelijk twee tot fietsenrijtuig verbouwd.
Het revisiebedrijf Haarlem verbouwd in 1998 de rijtuigen 51 84 92-70 051-4 en 054-8. De rijtuigen hebben daarbij aan beide zijde de twee dubbele en twee enkele laaddeuren behouden. Het interieur bestaat uit een open ruimte met ruimte om bagage op te bergen. Aan het plafond zijn haken voor 63 fietsen aangebracht. Delen van de bagageruimte zijn voorzien van een aflegplank, postvakken en een soort van bagagerek dat aan het dak is bevestigd voor extra bergruimte. Aan één zijde van het rijtuig is verder een toilet aanwezig dat van de zich op een eindbalkon bevindt, afgescheiden van de laadruimte door een schakelkast. De rijtuigen hebben geen zijgang, waardoor ze als eerste of laatste rijtuig meerijden in een trein. Ter voorkoming van dure verbouwingen in de elektriciteitsvoorziening zijn de hoog- en laagspanninginstallaties afgekoppeld. De beide rijtuigen hebben een donkerblauwe kleur gekregen met een gele bies en NS-logo. Later wordt op één zijwand van de 054 het opschrift “Bicicletta Fiets Vélo Fahrrad” aangebracht. In 2000 worden de twee extra aangeschafte rijtuigen in Leidschendam ingericht als fietsenrijtuig voor internationaal verkeer. Daarbij worden
dezelfde wijzingen aangebracht als bij de in Haarlem behandelde rijtuigen. De rijtuigen worden echter niet donkerblauw geschilderd, maar
behouden hun Duitse kleuren. Hierdoor ontstaan er een crème-blauw en een groen rijtuig met NS-logo.
Nog voor de eerste rijtuigen wagen verbouwd zijn rijden de rijtuigen al enkele malen mee in trein 203 “Schweiz Expres” naar Basel voor een proefinzet voor bloemenvervoer. Daarnaast worden de rijtuigen gebruikt in de autoslaaptreinen naar Frankrijk en de bedevaartstreinen naar Lourdes. Rijtuig 51 84 92-90 056-9 is tijdelijk verhuurd geweest aan The Train Company (TTC) die het heeft gebruik in de Berglandexpress. Vanwege het beëindigen van de getrokken internationale treinen en het forfair vervoer in 2002 door NS Internationaal worden de rijtuigen afgestoten. In 2003 wordt rijtuig 51 84 92-70 054-8 verkocht aan EETC. Een jaar later worden ook de rijtuigen 056-9 en 057-7 aan EETC verkocht. Rijtuig 51 84 92-70 051-4 wordt na een lange tijd op de Watergraafsmeer gestaan te heben in 2007 ook aan EETC verkocht. Rijtuig 51 84 94-95 055-4 staat sinds 2000 bij de werkplaats van Wagons-Lits in Oostende te koop of te wachten op sloop. Begin 2006 is het rijtuig gesloopt nadat het aanwezige asbest is verwijderd. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Slaaprijtuigen type MUn
In 2000 huurt NS Internationaal vier nieuw ontworpen slaaprijtuigen van Wagons-Lits. Het betreft nieuwe slaaprijtuigen van het type MUn, waarvan er in 1998 en 1999 vier exemplaren zijn gebouwd door de werkplaats van Wagons-Lits in Oostende. De rijtuigen hebben een zijgang met negen coupés. Acht coupés hebben drie bedden en zijn voorzien van een wasbak. De middelste coupé
is groter en heeft twee tweepersoonsbedden, waarvan er een weggeklapt kan worden, en een wasbak/toilet/douche-unit. Aan een einde van het rijtuig zijn
twee toiletten en twee doucheruimten te vinden. De rijtuigen zijn geschikt voor 200 km/h.
De huur door NS Internationaal heeft tot doel de rijtuigen in te zetten in de OverNight
Express, een snelle gecombineerde nachttrein voor reizigers en goederen tussen Amsterdam en Milaan. Vooruitlopend op de inzet in de OverNight
Express worden de rijtuig in de eerste maanden van 2000 ingezet in de treinen 203/202 “Schweiz Expres” tussen Amsterdam CS en Brig. Verder naar nummering en vernummering internationale rijtuigen. Zie ook de pagina slaaprijtuig type MU, MUs of Mun?. Zitrijtuigen type Avmz
Door de komst van de ICE-treinstellen in de EuroCity-verbindingen tussen Nederland en Duitsland werd in 2000 de zitrijtuigpool waaraan NS deelnam,
opgeheven. Uit deze pool krijgt NS tien rijtuigen type Avmz. Deze rijtuigen behoorden tot de meest comfortabele rijtuigen die in de EC-dienst
ingezet zijn. Vrachtrijtuigen type Dm
In 2000 schaft NS Internationaal 17 postrijtuigen van Deutsche Post AG aan. Aanvankelijk is de bedoeling om 13 rijtuigen aan te passen voor het
vrachtvervoer in de OverNight Express (ONE), een snelle gecombineerde nachttrein voor
reizigers en goederen tussen Amsterdam en Milaan. De overige vier rijtuigen zullen dan als plukrijtuig fungeren. |