Coupérijtuigen
Serie | C12c 6401-6470 | C12c 6471-6485 |
Lengte | 21.800 mm | 21.800 mm |
Gewicht | 50 ton | 41 ton |
Aantal zitplaatsen | 98 3e klas | 98 3e klas |
Fabrikant | Beijnes, Werkspoor, Hawa | Beijnes |
Bouwjaar | 1930/1931 | 1933 |
In 1928 bestond het idee om de sneltreinen Rotterdam/Den Haag en Amsterdam naar Groningen/Leeuwarden, de treinen naar Enschede en op de
lijn Amsterdam Maastricht treinen te gaan rijden met aparte rijtuigen eerste, tweede en derde klasse. Oorspronkelijk was het dan ook de
bedoeling om drie typen rijtuigen te bouwen (A, B en C-rijtuigen). Een verschuiving van reizigers van de tweede naar de derde klasse deed de
NS uiteindelijk besluiten om de A's en de B's te combineren tot AB's. Dit werden de d-treinrijtuigen van de
serie ABd9 7521-7555. De te bouwen derde klasse-rijtuigen werden de coupérijtuigen van het type C12c.
C12c 6401-6470
Het ontwerp van de coupérijtuigen was gebaseerd op de bestaande coupérijtuigen, met dien verstande dat er een middengang aanwezig was.
Zoals toendertijd gebruikelijk bij binnenlands materieel kregen de rijtuigen geen mogelijk voor doorloop met vouwbalgen. In het midden van de
rijtuigen bevonden zich twee toiletten. Aan weerzijden daarvan bevonden zich 6 coupés die door dwarsschotten met schuifdeuren in totaal zes
afdelingen zijn verdeeld. De twee banken tegen de eindschotten bevatten vijf zitplaatsen. Drie afdelingen zijn voor roken en drie afdelingen
voor niet-roken aangewezen.
Van iedere afdeling heeft het éne compartiment een portier, het andere een breed schuifraam. Het aantal deuren is daarmee met de traditionele
coupérijtuigen verminderd. Daarmee werd verwacht dat het uitstappen bij deze rijtuigen iets langer zou duren, maar dat het verblijf voor de
helft van de reizigers aangenamer werd. De banken waren van teakhout, de armleuningen, hoofdleuningen en oorkussens waren bekleed met kunstleder.
Onder de banken was een geperforeerde plaat aangebracht, zodat het niet mogelijk was afval onder de banken te gooien.

NS C6454, Utrecht, september 1951.
Foto: W.A.C. Wendelaar, verzameling M. Haman

NS C6449, Amsterdam, november 1951.
Foto: W.A.C. Wendelaar, verzameling M. Haman
C12c 6471-6485
De laatste 15 rijtuigen werden, in tegenstelling tot de voorgaande geklonken rijtuigen, in gelaste uitvoering gebouwd. Hierdoor was een algehele
herziening van de constructie nodig die ervoor zorgde dat de rijtuigen bijna 20% lichter uitvielen dan de geklonken rijtuigen. Ook de draaistellen
werden elektrisch gelast. Deze C 6471-6485 hebben in tegenstelling tot de overige rijtuigen een beperkt RIC-teken gekregen, voor Duitsland,
Belgiλ en Elzas-Lotharingen.

Wijzigingen
In 1939 ging men ertoe over bij 10 rijtuigen zittingen en rugkussens op te vullen met paardehaar en te overtrekken met kunstleder. Tegelijk werd
bij 41 rijtuigen van deze serie in plaats van paardenhaar rubber als opvulling gebruikt.
Rond diezelfde tijd kwam het plan voor het aanbrengen van vouwbalgen aan de orde. Een paar van deze rijtuigen werden verbouwd met deuren in de
kopwanden waarbij tevens de middelste zitplaats van de lange dwarsbanken diende te vervallen. De vouwbalgen zijn nooit aangebracht. Uiteindelijk
is het plan nooit verder tot uitvoering gekomen. De coupérijtuigen waren vanwege het ontbreken van een zijgang en de nauwe plaatsindeling
minder geschikt voor internationaal verkeer. Verder bleken de verbouwingskosten erg hoog, mede door het grote aantal coupérijtuigen.
De in 1963 buiten dienst gestelde rijtuigen 6452, 6412, 6437 en 6432 werden bij de firma Jansen te Bergen op Zoom verbouwd tot de rongenwagens
173 393 - 173 396 met een draagvermogen van 18.5 ton. Zij werden toegewezen aan de Dienst van Weg en Werken.
Van twee na de Tweede Wereldoorlog in Polen achtergebleven rijtuigen is bekend dat deze later verbouwd zijn tot dienstwagen. Bij de een (ex-C6412)
is de oorspronkelijke toiletgroep uitgebouwd, het interieur verwijderd en een zijgang aangebracht. Bij de ander (ex-C6417) werden alle banken
verwijderd, maar werd de indeling van de wanden en toiletgroepen behouden.

NS C6450, Amsterdam CS, 5 mei 1954.
Foto: J. van Engelen, verzameling M. Haman
Kopwand rijtuig C12c 6476 met NMBS-sluitsein. Plaats en datum onbekend.
Foto: verzameling D. Eveleens Maarse
Vernummering
In 1952 vond een inventarisatie plaats van de door de oorlog verloren en vermiste rijtuigen. Een deel van de resterende rijtuigen werd daarbij
vernummerd om weer een aaneengesloten nummerserie te verkrijgen. Diverse rijtuigen hebben na de oorlog en vσσr de klasse-verlaging van 1956 bij
gebrek aan tweede klasse rijtuigen als tweede klasse-rijtuig dienst gedaan.
In 1956 vond de deklassering plaats waarbij ook de resterende 3e klasse rijtuigen werden gewijzigd in 2e klasse rijtuigen.
De in Polen achtergebleven rijtuigen vond in 1956 ook een declassering plaats. In 1968 werden de rijtuigen tenslotte nog voorzien van
computernummers.
Vier buiten dienst gestelde rijtuigen werden in 1963 bij de firma Jansen te Bergen op Zoom verbouwd tot de rongenwagens 173 393- 173 396.

NS B6453, Uithoorn, 25 maart 1967.
Foto: verzameling M. Haman
Levensloop
Begin dertiger jaren, vlak na de indienststelling, reden de coupérijtuigen in de sneltreinen van Den Haag SS/Rotterdam Maas/Amsterdam CS naar
Groningen. Ook reden de rijtuigen op de verbinding Amsterdam CS Maastricht. De treinen bestonden uit eenheden die waren samengesteld uit
coupérijtuigen, D-treinrijtuigen en een bagagewagen DIV. Daarnaast werden de coupérijtuigen in deze treinen gebruikt als
versterkingsrijtuigen.
In die tijd reed er ook een soort van Intercity-plus van Rotterdam DP naar Heerlen waarin de coupérijtuigen meeliepen.
Een andere verbinding waarop de coupérijtuigen reden was die van Den Haag HSM via Rotterdam DP en Venlo naar Düsseldorf-Wuppertal/Oberharmen.
De coupérijtuigen reden daarbij slechts het traject tot Venlo.
In de binnenlandse treinen reden de coupérijtuigen verder vaak nog in combinatie met houten AB-rijtuigen. Deze combinatie was veel te vinden
op de baanvakken:
- Leeuwarden Zwolle Zutphen Nijmegen s-Hertogenbosch Roosendaal Vlissingen
- Rotterdam DP Roosendaal
- Rotterdam DP Breda Eindhoven Venlo
- Amsterdam CS Amersfoort Kesteren Nijmegen
- Amsterdam CS s-Hertogenbosch Roosendaal Antwerpen
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verdwenen diverse coupérijtuigen naar het oosten. Voor een deel kwam het materieel na de oorlog weer terug,
maar een deel bleef achter in de DDR en Polen. Zo keerde in 1948 uit Tsjecho-Slowakije reizigersmaterieel terug, waaronder rijtuig Ca 6463
(C6463). Het rijtuig bevond zich zelfs nog in goede staat. Het rijtuig was kennelijk daar in dienst geweest en nog kortgeleden gerevideerd.
De nummers stonden op Tsjechische wijze met grote cijfers op de zijwanden geschilderd. Ook het interieur was op Tsjechische wijze onder handen
genomen en zag er keurig uit.
Van rijtuig C 6437 is bekend dat het eind 1944, wit geschilderd dienst heeft gedaan in Lazarettzug
Friesland I Wehrmachtsbefehlshaber der Niederlande.
Na de Tweede Wereldoorlog, toen er weer enigzins een vaste dienstregeling was, deden de coupérijtuigen dienst met
ovaleramenrijtuigen of met houten rijtuigen uit de serie AB 7501-7516.
In de vijftiger jaren reden de rijtuigen samen met een bagagerijtuig DIV en een ovalenramenrijtuig achter een
diesellokomotief. Ook tussen Eindhoven en Venlo reden zulke treinen.
Toen begin zestiger jaren de vooroorlogse stalen rijtuigen aan de internationale diensten werden onttrokken, kon de inzet van de rijtuigen beperkt
worden tot spitsdiensten en militaire treinen.
De coupérijtuigen werden in de jaren 1962-1966 buiten dienst gesteld. Vier rijtuigen werden door de firma Jansen in Bergen op Zoom verbouwd
tot rongenwagens voor het vervoer van bovenbouwmaterialen. Dankzij hun rollagers behoorden deze wagens, die gestationeerd waren in Maarssen, tot de
eerste dienstwagens, die 100 km/h mochten rijden. De betreffende wagens hadden na verbouwing een gewicht van 26,4 ton, een bodemoppervlak van 43
vierkante meter en een draagvermogen van 18,5 ton. In verband met de gewijzigde omstandigheden werden de wagens van een Westinghouse G-P rem voorzien
en werd tevens de vering in de draaistellen aangepast.
Na de buitendienststelling komt de B6443 terecht op het terrein van de Centrale Markthallen aan de Haarlemmerweg te Amsterdam. In 1976 verhuist
dit rijtuig naar de Lijnwerkplaats Amsterdam om vervolgens in 1978 opgeborgen te worden in Roosendaal. Dit rijtuig werd zelfs opgenomen in het
bestand van het Spoorwegmuseum, wat niet verhinderde dat het uiteindelijk in 1983 word gesloopt.
Een ander rijtuig, de C6478, werd in 1965 naar een kinderspeelplaats in Utrecht vervoerd, waar het als onderkomen dienst deed. In 1991 werd het
rijtuig dankzij de inspanningen van de Stibans provisorisch teruggebracht in de oude donkergroene kleur en naar het terrein van de VSM in Apeldoorn
vervoerd. Sinds 1994 maakt het rijtuig deel uit van de collectie van het Spoorwegmuseum en stond het opgeborgen in Blerick. In april 2009 werd het
rijtuig door het Spoorwegmuseum geschonken aan de Stoomtrein Goes-Borsele. Op 10 april vond het
transport naar Goes plaats.


'Donald Duck'- rijtuig (ex-NS C12 6478) in park Transwijk te Utrecht op 30 september 1988.
Resterende rijtuigen
Van deze serie rijtuigen is de C 6478 bewaard gebleven. Het rijtuig is momenteel in bezit van het de Stoomtrein Goes-Borsele in Goes.

Rijtuig C6478 na de reddding door de Stibans en provisorisch teruggebracht in de oude donkergroene bij de VSM in Apeldoorn; zomer 1995.
Foto: P. Esseling
Verder naar nummering en vernummering couperijtuigen.
Bronvermelding:
voor een overzicht van gebruikte bronnen zie de pagina
boeken en artikelen
Naar boven ...
|