Benelux-treinen

Serie61 84 87-38 101-3
t/m 108-8
(plan D)
51 84 00-30 051-4
t/m 053-0
(plan L)
50 84 21-30 451-2
t/m 477-7
(plan W1)
Lengte 22.650 mm 23.050 mm26.400 mm
Gewicht 48 ton 45 ton 23 ton
Aantal zitplaatsen23 restauratie- 88 2e klas
Fabrikant Beijnes WerkspoorWerkspoor
Bouwjaar 1951 1958 1966

Gedurende de jaren '60 maakte het vervoer in de relaties gelegen tussen Amsterdam en Brussel een haast explosieve groei. De in 1957 gebouwde twaalf Benelux-treinstellen (type hondekop) reden vanaf dat jaar een uurdienst Amsterdam-Antwerpen die om het uur doorreed naar Brussel. Tien jaar later was deze dienst nog steeds van kracht, maar moest er zo vaak met gekoppelde stellen worden gereden dat de mogelijkheiden tot verdere versterking van de dienst uitgeput waren. Laat staan dat er meer treinen konden doorrijden naar Brussel.
Daarom werden enige getrokken treinen ingelegd, bestaande uit getrokken rijtuigen van de NMBS en later uit rijtuigen plan D en NMBS-rijtuigen. Bij het beschikbaar komen van de rijtuigen plan W1 werden de rijtuigen plan D vervolens door deze rijtuigen vervangen. Het gebruik van de rijtuigen plan W1 leverde een winst in het aantal zitplaatsen op.

hkonijnendijk_foto01
Voorafgaande aan de trekduwtreinen reden er al getrokken treinen op de verbinding Amsterdam - Brussel. Op de foto is een dergelijke trein te zien, bestaande uit drie rijtuigen plan W1 en twee Belgische rijtuigen, nabij Dordrecht; 29 maart 1974.
Foto: H. Konijnendijk

Het inzetten van getrokken rijtuigen leidde al spoedig tot een onaanvaardbaar oponthoud op de eindstations en Antwerpen Centraal vanwege het omrangeren van de lokomotief. Een trein met een stuurstand aan beide zijden van de trein moest hier de oplossing bieden. Omdat de NS streefde naar een totale vernieuwing na afloop van de evensduur van de Benelux-treinstellen, werd naar een invulling met bestaand materieel voor een relatief korte tijd gezocht. In december 1971 werd daarom een proef genomen met de provisorisch als stuurstand ingrichte RD7660, die goed uitviel.

Rijtuigen plan W1
De NS leverde achttien B-rijtuigen uit het bestand Plan W. Deze rijtuigen werden door de Hoofdwerkplaats Haarlem voor de Benelux-dienst geschikt gemaakt. De aanpassing had hoofdzakelijk betrekking op het aanbrengen van elektrische doorvoerkabels voor de stuurstroom en het schilderen in de donkerblauwe kleur met gele band.

cvangageldonk_foto11
De rijtuigen plan W1 zijn makkelijk te herkennen aan hun donkerblauwe uitvoering met de gele Benelux-band. Rijtuig 50 84 21-37 476-9 in een Intercity bij vertrek uit Utrecht CS; 26 juli 1987.
Foto: C. van Gageldonk

Stuurstandrijtuigen plan D
In de treinen diende ook een restauratie- en een bagageafdeling aanwezig te zijn. Die werd gevonden in de oude WRD-rijtuigen plan D van de NS. Die rijtuigen uit 1951 zouden in de tweede helft van de jaren zeventig worden afgevoerd. Na een uitgebreide verbouwing en revisie door de Hoofdwerkplaats Tilburg werden acht van deze rijtuigen geschikt gemaakt voor de trekduwdienst. De verbouwing hield onder andere in dat de kopwand aan de zijde van de bagageafdeling werd dichtgemaakt. Bovenop het dak werd een koepel gerealiseerd met de bestuurderskabine er onder. De verhoogde cabine was een veiligheidseis. In de cabine is de volledige instrumentatie van de lokomotief terug te vinden.

fvanderjagt_foto03
Een karakteristiek beeld dat jaren lang te zien is geweest: een stuurstandrijtuig plan D dat net onder de kap van Amsterdam CS uitsteekt; 20 september 1975.
Foto: F. van der Jagt

tekening_stuurstand_plan_d


Postrijtuigen plan L
Bij de invoering van de treindienst Amsterdam - Brussel met de trekduweenheden werden twee rijtuigen plan L geschikt gemaakt voor de Benelux-dienst. Net als bij de rijtuigen plan W bestond de aanpassing hoofdzakelijk uit het aanbrengen van elekrische doorvoerkabels voor de stuurstroom. De rijtuigen werden daarbij vernummerd in 51 84 00-30 051-4 en 052-2. Toen rijtuig 51 84 00-30 051-4 op 6 maart 1978 zwaar beschadigd raakte bij een aanrijding te Brussel Zuid, werd de P7938 ter vervanging verbouwd en daarbij vernummerd in 51 84 00-30 053-0.

cvangageldonk_foto10
Postrijtuig 51 84 00-30 053-0 in Benelux-kleuren. Amsterdam Zaanstraat, 19 januari 1980.
Foto: C. van Gageldonk

Lokomotief reeks 25.5 en rijtuigen type I4
Met het oog op de reeds opgedane eraringen met de Belgische tractie-installatie leverde de NMBS acht elektrische lokomotieven. Deze lokomotieven stammen uit 1961 en droegen voorheen de nummers 2515-2522. Om ze geschikt te maken voor hun nieuwe taak werden ze gedeeltelijk verbouwd en van trek-/duwbekabeling voorzien. Na hun verbouwing kregen de NMBS-lokomotieven de nummers 2551-2558, om ze te onderscheiden van de overige loks uit de reeks 25.
Ten behoeve van de trek-/duwtreinen leverde de NMBS verder acht A-rijtuigen en acht AB-rijtuigen. Deze rijtuigen waren van het type I4 die dateren uit 1966. Het zijn RIC-rijtuigen met zijgang, die veel comfort leveren. Zo zijn er ook in de tweede klasse afdeling slechts drie zitplaatsen naast elkaar.

Levensloop
In 1974 ging de eerste Benelux-trekduwtrein rijden. De normale treinsamenstelling van een trekduwtrein is: lokomotief-B-B-B-AB-A-WRDs, met eventueel een postrijtuig tussen de lokomotief en de rest van de trein. Met name de plaats van het eerste klasse rijtuig was van belang. Dit diende zo dicht mogelijk bij het restauratierijtuig te worden geplaats. Met drie B-rijtuigen beschikt de treinstam over 300 zitplaatsen tweede klasse en 78 zitplaatsen eerste klasse.
De komst van de Benelux-trekduwtreinen maakte het mogelijk de diensten op Brussel uit te breiden. Sinds de indienststelling van dit materieel rijden namelijk alle Benelux-treinen door naar Brussel.
Om het uitnemen van rijtuigen voor onderhoud te vergemakkelijken werd in 1977 de samenstelling van de treinen gewijzigd in een Nederlands en een Belgisch deel (lokomotief serie 25.5 + A + AB (beide NMBS) + 3xB + WRDs (NS)).

De Benelux-trekduwtreinen zijn vrijwel hun hele loopbaan zorgenkindjes geweest. Een veel voorkomend probleem waren bijvoorbeeld vastzittende remmen, veroorzaakt doordat alle soorten rijtuigen een ander type tripleklep bezateb en de lokomotief een geheel ander remsysteem. Bovendien waren de rijtuigen plan W berucht om lege batterijen. Het rijden van "oplaadritten" om de batterijen weer op te laden was in met name in de wintermaanden een veel voorkomend fenomeen.

Tot 30 december 1982 reed in de eerste trein Amsterdam - Brussel en de laatste trein Brussel - Amsterdam en plan L mee. Na hun buitendienststelling in 1983 werden de rijtuigen verbouwd tot fietsenrijtuig.
De Benelux-trekduwtreinen hebben tot medio 1987 gereden. Op dat moment was voldoende nieuw materieel beschikbaar om de dienst geheel over te nemen. De stuurstandrijtuigen werden buiten dienst gesteld en gesloopt. Rijtuig 61 84 87-38 107-0 ontsnapte de dans en werd tot meetrijtuig verbouwd. De rijtuigen plan W1 zijn in de binnenlandse dienst ingezet. De postrijtuigen plan L werden verbouwd tot fietsenrijtuig (Df) en deden voor het laatst in 2004 dienst.

Nieuw Benelux-materieel
In de periode 1986-1987 is het oude Benelux-materieel geleidelijk vervangen door nieuwe trek-duw-treinen. Deze nieuwe Benelux-treinen bestaan uit getrokken NS-rijtuigen en een lokomotief van de reeks 11.8 van de NMBS. De rijtuigen zijn van het type ICR dat geschikt is voor buurlandverkeer. De rijtuigen bestaan oorspronkelijk in A-, B-, AB- en Bs-uitvoering en zijn een geel/bordeaux-rode kleur. Deze kleur is een combinatie van NS-geel en NMBS-bordeauxrood. De rijtuigen worden sinds 2000 gemoderniseerd, met uitzondering van de Bs-rijtuigen. Daarbij wordt het interieur vernieuwd en airconditioning aangebracht. Hierbij ontstaan nieuwe rijtuigtypen (BD) en verdwijnen ook rijtuigtypen (BKD). Meer informatie over de rijtuigen van de nieuwe Benelux-treinen is te vinden op de pagina over de rijtuigen type ICR.

1988_0227
Een Benelux-trein bestaande uit ICR-rijtuigen en een lokomotief reeks 11.8 in Rotterdam; 18 augustus 1988.

Buitenlands materieel in de Benelux-treinen
Vanwege een tekort aan getrokken materieel deed in september 2009 een stam Belgische rijtuigen dienst in de Benelux-dienst. De stam bestaat uit rijtuigen van de typen I6 en I10. Een dergelijke situatie doet zich wederom voor in 2010 waarbij rijtuigen type I6/I10 de helpende hand boden. Een jaar later in 2011 worden opnieuw buitenlandse rijtuigen ingezet. Ditmaal Oostenrijkse rijtuigen die door NShispeed van de ÖBB gehuurd zijn.

2010_0312
Benelux-trein 9236 onderweg van Amsterdam Centraal naar Brussel Zuid bij doorkomst te Dordrecht; 18 februari 2010.

Het einde en de herstart van de Benelux-trein
Op 9 december 2012 start de Fyra-dienst tussen Amsterdam, Antwerpen en Brussel over de HSL-Zuid met V250 treinstellen. Deze nieuwe dienst betekent het einde van de Benelux-dienst met getrokken treinen over het klassieke net. De treindienst met de V250 treinstellen blijkt geen succes door allerlei technische problemem. Nadat de treinen aan de kant zijn gezet ontstaat een juridisch steekspel tussen NS en fabrikant AnsaldoBreda over de schuldvraag. Vanaf medio februari 2013 wordt de Benelux-trein weer in het leven geroepen. Vanwege capaciteitsproblemen vertrekt de trein niet meer uit Amsterdam, maar heeft Den Haag HS als begin en eindpunt.

2013_1328
De hernieuwde Benelux-treinen bestaan uit het vetrouwde materieel: een TRAXX-lokomotief met ICRm-rijtuigen. Getrokken door lokomotief 2838 passeert een trein station Den Haag Moerwijk op weg naar Brussel; 5 juli 2013.

Inzet I6/I10-rijtuigen
Vanaf begin mei 2016 worden wederom stammen met Belgische I6- en I10-rijtuigen ingezet in de Beneluxdienst. Deze inzet moet een tekort aan rijtuigen opvangen die ontstaat door de revisie van de ICR-rijtuigen die in de Beneluxtreinen worden ingezet. De inzet van de Belgische rijtuigen is van korte duur. Door enkele incidenten met niet goed gesloten deuren worden de rijtuigen na 30 mei 2016 voorlopig niet meer ingezet.

Bronvermelding:
voor een overzicht van gebruikte bronnen zie de pagina boeken en artikelen

Naar boven ...